Malik Al-Kamil (1177-1238) was de zoon van de broer van Saladin. Saladin was er 30 jaar eerder in geslaagd Jeruzalem terug te heroveren op de kruisvaarders. Hierdoor hadden zijn pelgrims vanuit het noorden weer vrije doorgang naar Mekka. Al-Kamil studeerde de Koran, Islamitisch recht en de wetenschappen van die tijd en werd opgeleid om te besturen. Hij leerde van zijn vader de kunst van de diplomatie om onnodig bloedvergieten te vermijden. Nadat zijn vader gestorven was werd hij de Sultan van Egypte. Christenen, Joden en Moslims konden naast mekaar leven in de gebieden die hij bestuurde. In 1219 trekt hij met zijn leger naar Damietta aan de Middellandse zee om de stad te verdedigen tegen een aanval van de kruisvaarders.


Franciscus van Assisi (1181-1226) was de zoon van een rijke handelaar in stoffen. Hij had het leven van een rijkeluiszoon en droomde ervan om ridder te worden. Maar nadat hij gevangen was genomen en was vrijgekocht door zijn vader, kwam hij tot bezinning. Franciscus besloot in volstrekte armoede, zuiverheid en naastenliefde te leven volgens het voorbeeld van Jezus. Snel kreeg hij volgelingen, die vanuit Assisi naar andere landen trokken om het evangelie te verkondigen.

 

De ontmoeting en daarna
In 1219 trok Franciscus ongewapend naar Damietta, een havenstad in het noorden van Egypte. De Kruisvaarders hadden deze stad belegerd om van daaruit gans Egypte en de heilige plaatsen te veroveren. Franciscus probeerde hen op andere gedachten te brengen maar kreeg geen gehoor. Hij slaagde er wel in om het kamp van de tegenstanders te bereiken, waar hij door Sultan Al- Kamil werd ontvangen. Beide mannen leerden elkaar kennen en kregen respect en waardering voor elkaar. Zij realiseerden zich dat alle mensen ongeacht hun afkomst broeders en zusters zijn.

De ontmoeting liet op beiden, Franciscus en Al-Kamil, een diepe indruk na.

Franciscus liet zich inspireren door de woorden die de Moslims gebruiken bij hun gebed vijf keer per dag. In de leefregel voor zijn broeders vroeg hij om de Moslims, of de Saracenen, zoals hij ze noemde, respectvol te benaderen en zich daarbij aan God te onderwerpen.

Al-Kamil gaf aan de Minderbroeders vrije doorgang naar het Jeruzalem en de heilige plaatsen. Hij deed verschillende vredesvoorstellen en gaf de kruisvaarders zelfs voedsel nadat hij hen verslagen had.

Uiteindelijk kwam er een einde aan het geweld van de kruistochten , maar geweld te vermijden door vreedzaam overleg blijft een uitdaging.

 

Klik hier voor meer info